Met een CNAME (canonical name) record kun je een subdomein naar een ander (sub)domein verwijzen. Hiervoor kun je ook een A-record gebruiken. Een verschil is dat een A-record altijd naar een IP-adres verwijst, terwijl een CNAME-record altijd naar een andere naam verwijst. Bij een CNAME wordt het IP-adres automatisch bijgewerkt als het doel waar naar verwezen wordt, verhuist naar een andere server. Bij gebruik van een A-record zou de verwijzing dan niet meer werken. Om die reden heeft een CNAME-record soms de voorkeur.
Een CNAME-record maak je aan in DirectAdmin.
- Log in op DirectAdmin.
- Klik onder het kopje Account Manager op DNS Management.
- Klik op de button Add Record.
- Selecteer bij Record Type de optie CNAME.
Vul bij Name de naam van het subdomein in dat moet gaan verwijzen naar iets anders. Je kunt zo'n subdomein op twee manieren invullen. Stel je wilt het subdomein voorbeeld.stiphosting.nl laten verwijzen naar iets anders. Bij Name vul je dan een van onderstaande waarden in:
- voorbeeld
- voorbeeld.stiphosting.nl.
In het eerste geval typ je alleen het subdomein zonder jouw domeinnaam er achter. In het tweede staat jouw domeinnaam achter het subdomein plus een punt (.) erachter. Die punt is absoluut noodzakelijk als je je domeinnaam achter het subdomein zet. Gebruik je alleen het subdomein (eerste optie), dan moet er juist geen punt achter.
Vul bij Value de bestemming in waarnaar verwezen moet worden. Ook hier geldt dat achter een domeinnaam altijd een punt geplaatst moet worden.
- Klik op de knop Add.
Het CNAME-record wordt toegevoegd en werkt vaak al binnen enkele minuten.
Werkt het nog niet? Wacht dan even een paar uur en probeer het dan opnieuw.
